dinsdag 20 november 2012

Luister naar mij (deel 4)

Thomas is al met de sloophamer in de weer, voordat ik goed en wel binnen ben. Het stof stuift in alle richtingen. Hoestend vlucht ik de trap op om de grijze wolk voor te blijven.
Ik heb mezelf nog niet omgekleed en ik heb er geen zin in om straks als een ondergestofte sneeuwpop kennis te moeten maken met de buurvrouw. Eerst maar eens rustig de kamers op de bovenverdieping inspecteren en een plan voor een nieuwe indeling bedenken. Gelukkig laat Thomas dat graag aan mij over. In gedachten heb ik alles al duizend keer doorgenomen. De kleine badkamer wordt een inloopkast en één van de vier slaapkamers wordt omgetoverd tot een grote, luxe badkamer met douche en ligbad. Ik moet alleen nog kiezen welke kamer ik daarvoor het meest geschikt vind. Neuriënd loop ik naar één van de twee slaapkamers aan de achterzijde van het huis. Dit is de kamer die Luuk gisteren voor zichzelf heeft gekozen. Ik begrijp direct waarom. Zacht gefilterd licht piept tussen de bladeren van de grote, oude notenboom door naar binnen. Ritmisch tikt een tak tegen het raamkozijn. We moeten de robuuste boom binnenkort al snoeien, om te voorkomen dat Luuk écht een keer vanuit het raam op de takken klimt. Grinnikend gaat mijn fantasie met me op de loop, in gedachten zie ik mijn avontuurlijke kereltje boven op een tak zitten wippen.

Abrupt worden mijn gedachten onderbroken. Op de deur van de inbouwkast hangt een briefje. Ik buig mijzelf naar voren om zeker te weten dat ik het goed heb gezien.
Ik lees het nogmaals. Het staat er echt.

Ga hier weg.
Luister naar mij.

Ik ruk de kastdeur open om te kunnen zien wat er achter zit. Niets. De kast is leeg.
De vorige keer dat we samen met de makelaar door het huis zijn gelopen, hing dit briefje er nog niet. Ik weet het zeker.
Besluiteloos blijf ik voor de kast staan. Weet ik het ècht wel zeker of heb ik het toen niet gezien? Misschien moet ik Thomas vragen of hij iets vreemds heeft gezien toen hij hier was om de caravan in de tuin te plaatsen. Wie weet heeft hij het briefje toen ook zien hangen. Misschien is het zelfs een grap van hem. Die gedachte duw ik direct weer weg. Thomas heeft humor, maar geen lugubere humor.
Ik durf het briefje niet aan te raken. Mijn hart klopt in mijn keel. Schichtig kijk ik over mijn schouder. Verbeeld ik het me of word ik nu weer begluurd? Mijn voetstappen achtervolgen me over de houten vloer. Boven aan de trap blijf ik staan.
‘Thomas!’


Wordt vervolgd...



3 opmerkingen: