donderdag 28 juni 2012

In mijn dorp

Wij wonen in een fijn, oud huis met een geweldige tuin. Een heerlijk plekje.
Als ik de straat uit loop, sta ik aan de Rijn.
Ik kan er eindeloos van genieten, de vrijheid in de natuur.

Af en toe mis ik de stad enorm. Niet zozeer de stad -daar kan ik zo naar toe als ik wil- maar de mensen, de mentaliteit.
Beklemmend vind ik het, het dorp.
Dat alles en iedereen bekeken en besproken wordt.
Dat een beetje anders al een wereld van verschil is.

Soms heb ik gewoon geen zin in kletspraatjes en wil ik anoniem door het leven gaan.
Kunnen zeggen en doen wat wil. De werkelijkheid is anders. Ik houd te veel rekening met wat 'ze' er wel niet van zullen denken en zeggen.

De bekrompen ideeën, ik heb er zo'n hekel aan. Meestal houd ik mijn mond, met gekrulde tenen. Mensen die alles weten of denken te weten. Die overal over mee kunnen praten, maar vooral kopiëren wat ze horen en zien, zonder zelf na te denken.

Ik sluit me er voor af, letterlijk en figuurlijk, met de poort op slot. Omdat in mijn eigen wereld alles mag en kan. Gelukkig wordt de poort af en toe ook geopend door mooie mensen. Want die zijn er ook. In mijn dorp.





80 jarige oorlog

Een statige dame.
Spraakwaterval met grote gebaren. 
Haar ogen wijd open en alert.
Verkondigt haar mening met verve.
Sinds een paar maanden is ze een beetje bleek en wiebelig.
Vandaag wordt ze 80.
Een statige dame, nog steeds.
Spreek haar niet tegen. Dan spuwen haar ogen vuur.
En is er oorlog. De 80 jarige oorlog.
Mooi mens.







woensdag 27 juni 2012

Duizend dingen

Vrouwen en multitasken. Het schijnt dat wij een heleboel dingen tegelijk kunnen doen.
Ik ook. Duizend dingen tegelijk. In mijn hoofd.

Overal kom ik ze tegen. De restanten van mijn warhoofd.
De toiletrolhouder vind ik 's avonds onder mijn bureau, omdat ik onderweg naar de toiletrollen bedacht dat ik nog iets op moest schrijven.
Ik zet de gieter onder de regenton en loop weg. Uren daarna kijk ik naar een verdord plantje. Toch maar even water geven. Grote plas water. Regenton leeg.
In de vensterbank vind ik een beker met aangekoekt iets. Niet meer te definiëren wat. Ik was de beker al een tijdje kwijt.
Als ik ga koken dwing ik mezelf te blijven staan waar ik sta. Anders gaat het geheid mis.
Ik loop naar boven en vergeet wat ik er ging doen. Onderweg naar beneden weet ik het weer. Ik draai om. En ga iets anders doen.
Reuze handig. Mijn duizend-dingen-hoofd.





zaterdag 23 juni 2012

Uitverkoop

Gisteren ging ik met een vriendin de stad in. Heerlijk kletsen en misschien nog wat winkelen. Dat was het plan. Vol verbazing zag ik voor mijn ogen iets gebeuren. Ik kón er eenvoudigweg niet omheen om dit verder te volgen.

Ik weet dat er één persoon is die even onbedaarlijk zal moeten lachen halverwege dit verhaal, omdat alleen zíj weet hoe het ontstaan is...




Voortvarend duwt zij de klapdeur van de Bijenkorf open. Ze heeft er zin in. Eindelijk weer een dagje winkelen. Hij overduidelijk niet, sjokkend loopt hij achter haar aan. Snel grijpt hij de deur vast, voordat deze voor zijn neus dichtvalt. Zo. Ze heeft er ècht zin in.
Zonder nadenken loopt ze verder, richting roltrap. 'Tweede verdieping', commandeert ze. De beveiligingsbeambte kijkt verschrikt om zich heen. Tegen wie heeft ze het?
Mevrouw zegt niets, knikt slechts, en zet haar in huidkleurige panty gehulde been naar voren. De beveiligingsbeambte zucht, het liefst had ze de roltrap een tandje sneller gezet. De man sjokt, nog steeds, pakt de leuning van de roltrop vast en wordt meegezogen in haar kielzog. Op de tweede verdieping ziet ze het direct. Alle rekken rechts, daar moet ze zijn, bij de afgeprijsde artikelen. 'Seel', schreeuwt ze. 'Kennen ze hier geen Nederlands meer?'. Haar man blijft op afstand, maar niet lang. Ze wenkt hem en duwt haar handtas in zijn richting. 'Hier, da's handiger'. In een mum van tijd heeft ze twee bloezen, een jurk en een rok in haar handen.
'Paskamers'. Gedwee vervolgt ook hij zijn weg. Het is druk bij de paskamers. Een jong, driftig kauwgom kauwend grietje laat haar snel voor gaan. Mevrouw treedt binnen. 'Ik probeer eerst de jurk', zegt ze en duwt haar iets te grote blauwe bril met haar middelvinger omhoog. 'Ze hadden mijn maat niet, maar dit lukt vast wel'.

Haar man wacht geduldig voor het gordijn. Wacht en wacht en wacht. Hij hoort gestommel en gekreun. 'Kees....Kees....Keehees'. Hij schuift het gordijn een stukje open. Daar staat ze. Haar armen in de lucht. De jurk half over haar hoofd getrokken met de rits nog dicht. Beslagen bril wiebelend op haar neus. 'Ik zit vast', sist ze. De jurk reikt tot haar schouders. Eronder haar vleeskleurige bh, de bandjes snijdend in haar vel.
En dan. Hij ziet het. Ze heeft hem aan, juist nu. 
Haar grote roze onderbroek, opgetrokken tot bijna onder haar oksels. Hoe kon ze die, uitgerekend vandaag, aantrekken?
'Stik maar in je jurk, olifant', gromt hij en hij trekt met een ruk het gordijn verder open. 'Circus Dombo is geopend'. Met een grote grijns op zijn gezicht loopt hij met kwieke stappen naar de roltrap. 'Fijne dag, mijnheer', glimlacht de beveiligingsbeambte. 'Dat gaat zeker lukken. Uitverkoop vandaag'. Hij geeft haar een dikke zoen, zwaait, draait zich om en klapt tegen de deur. Opruiming. Vandaag begonnen.





donderdag 21 juni 2012

Eeuwig leven

Triest weer. Vanuit haar grote stoel kijkt ze uit op de stad. Driftige regendruppels als tranen op haar raam. Het deert haar niet. Ze zit droog. Binnen. Vandaag zijn er weinig mensen in de stad. Jammer, want ze kijkt er zo graag naar. De mensen die er zijn lopen gehaast, verscholen onder grote paraplu's, voorbij. Vroeger kwam ze er vaak, in de stad. Tegenwoordig waagt ze de stap naar buiten niet meer.

Ze zucht en staat moeizaam op uit haar stoel. Schuifelt richting keuken. Na vier stappen stopt ze bij de foto en schikt de bloemen in het vaasje. Opnieuw. Ze schuifelt verder naar de keuken, vult een glas met water en draait zich heel voorzichtig weer om. Het lijkt wel of alles haar tegenwoordig moeite kost. Terug bij het vaasje leegt ze het glas. Ze merkt niet dat het water over de rand stroomt. Voldaan neemt ze het glas mee naar haar stoel en drinkt de laatste druppels.

Haar gedachten elders. Bij velden vol met met bloemen. Wat hield ze ervan om samen met hem buiten te wandelen. Was dat gisteren nog?
Een uur later schrikt ze wakker. Schuifelt naar de keuken, pakt een glas, vult het met water en vervolgt haar weg. Het vaasje. Haar bloemen mogen niet verdorren. Opnieuw giet ze het glas bijna leeg. Het water druipt van het tafeltje en vergroot de plas eronder. Ze blijft er goed voor zorgen. Haar bloemen. Ze had ze immers van hem gekregen. Was dat gisteren?

Met voorzichtige stappen komt ze weer bij haar stoel terecht. Ploft neer. Haar lege ogen kijken uit over de stad.

De vuilnisman kijkt vloekend naar de huisraad die her en der rondom de container verspreid ligt. Een bloem steekt half uit de container. Hij plukt de roos. Plastic, maar best mooi. Zou mooi staan in zijn bijna lege huis. Geeft kleur. Hij besluit om 'm mee te nemen en bij de foto van zijn vorig jaar overleden vrouw te zetten.
Mooie rozen. Verwelken niet.
















woensdag 20 juni 2012

Kadootje

Op de een of andere manier heb ik het nooit leuk gevonden. Jarig zijn.
Buikpijn, dagen van tevoren. Wie moest ik uitnodigen voor mijn feestje? Zouden ze wel willen komen?

Veel vriendinnen had ik niet. Nooit gehad. Ik hoorde niet bij het populaire groepje meiden. Te verlegen. Wist nooit de juiste dingen te zeggen en hield mezelf liever op de achtergrond. Van mijn uiterlijk moest ik het al helemaal niet hebben. Ik paste ook niet in zo'n groepje. Voelde me altijd anders.
Mijn vriendschappen waren van korte duur. Een paar jaar, nooit langer. Alsof ik altijd meer wilde geven dan de ander. Dat verwachtte ik dan terug, maar kwam niet.

Verjaardagen bleven lastig. Beladen. Want ook al was ik geen kind meer, het was nog steeds belangrijk of mensen op mijn feestje wilden komen. Tot het moment waarop ik besloot om mijn verjaardag niet meer te vieren. Wel zo makkelijk.

Jaren gingen voorbij. Ik leerde mezelf beter redden in een groep mensen. Kan verbergen dat ik me er eigenlijk niet in thuis voel. Dat teveel mensen bij elkaar mij teveel prikkels geven. Voel mezelf beter en waardeer mezelf. Leerde ook de waarde van echte vriendschappen kennen. Al blijft dat een lastig punt. Geven en nemen. Balans houden.

Inmiddels vier ik mijn verjaardagen weer. Omdat ik het leven wil vieren. 
Ik geniet van de mensen om me heen, de mensen die er voor mij zijn.
Zo'n dag kost mij veel energie. Die energie is een verjaardagskadootje van mij aan jullie.
Omdat het leven een kadootje is.











Feestje in mijn hoofd

Ik ben geen feestjesmens. Niet van mezelf en niet van een ander.
Een heleboel mensen bij elkaar die allemaal praten over weinig of niets.
Intussen krijg ik veel signalen binnen. Geluid, geuren, gebaren, (rare) kledingstukken en kapsels, meubelstukken, emoties, stemmingen en nog veel meer. Een overdosis aan prikkels en te weinig tijd om alles te verwerken. Stuiterend en doodmoe na afloop. Dat ben ik.

Vaak vind ik de inhoud van de gesprekken niet boeiend. Ik kom dan niet verder dan een quasi luisterend oor met af en toe een ja en nee terug. Des te meer vermaak ik mezelf met het kijken naar alles wat er om me heen gebeurt. Fantastische verhalen ontstaan in mijn hoofd.

Zoals het verjaardagsfeestje waar we vanavond naar toe moeten. Een ouwe tante van Rijnmeerman. Ze lijkt een beetje op Hyacinth Bucket. Je weet wel, die dame uit 'Schone Schijn'. Maar dan de dunne versie. Haar man lijkt een beetje op die man van Hyacinth. Zo volgzaam. Maar dan de kleine versie.

Ze doet alsof ze in een landhuis woont, met pony en Mercedes. Een rijtjeshuis is realiteit.
Waar ik vooral naar uitkijk is de inrichting van de huiskamer. Ik raak niet uitgekeken. Volgestouwd met beeldjes, frutsels en schilderijen. Ik zit elk jaar weer met open mond te kijken. Rijnmeerman stopt er af en toe een blokje kaas in. Dan valt het niet zo op.

Ze heeft ook opgezette versies van haar man in haar tuintje.
Vorig jaar begon ik in het tuintje te praten. Rijnmeerman keek me verbaasd aan. Ik dacht toch echt dat ik tegen haar man praatte. Bleek het een tuinkabouter te zijn. Hij kan er zo tussen gaan staan. Geen verschil. Oom Kabouter.

Hij kan overigens wel praten, kabouterman. Alleen zeeeeeeeer traaaaaaag. Ik kan hem nauwelijks volgen. Mis hele stukken van het gesprek. Omdat ik dan telkens even in slaap sukkel. Moeiteloos pik ik de draad weer op met een aha, echt waar.

Het jaarlijks terugkerende vraagstuk is nog het ergst. Wat koop ik voor die ouwe taart. Ik was al op zoek gegaan naar een kabouter die er net zo uitzag als haar man. Kwam ik met een kofferbak vol thuis. Ze lijken allemaal op hem. Dat was dus geen goed idee.
Eigenlijk zou ze het liefst een eigen paard willen hebben, maar dat past niet in haar tuintje. Een hobbelpaard misschien? Heeft kabouterman ook nog wat te hobbelen.

De visite die er zit is zo mogelijk nog erger. Allemaal ouwe taarten. Ik moet me vanavond voor het 4e jaar voorstellen. Ze zijn telkens weer vergeten hoe ik ook alweer heet. Of ze noemen me bij de verkeerde naam. In het verleden levend. Da's nog erger.

De culinaire capaciteiten van tante zijn uit de oudheid. Wat ze voorschotelt ook. Vorig jaar vroeg ik om thee. Ik denk dat ze het zakje van het jaar daarvoor had bewaard. Gelukkig eet ik bijna nooit taart, want vorig jaar brak Rijnmeerman zijn vorkje er op stuk.
Haar hapjes zijn ook zo heerlijk retro. Kaas, worst, uitjes en augurken. Met prikkers. Die heeft oom Kabouter denk ik de dag ervoor al gebruikt voor polsstokspringen.  
Omdat ik daarna de nare smaak moet wegspoelen en dat met de thee niet lukt, hang ik regelmatig met mijn hoofd even in de vijver. Een emmer. 
Er zaten geen goudvissen in. Ik zag oom Kabouter onlangs nog met een hengeltje lopen. Of waren dat dan toch die prikkers?

Meestal maak ik vantevoren een lijstje met gespreksonderwerpen. Ik ben daar namelijk niet zo goed in. Onzinnige onzin. Misschien moet ik eerst nog even naar de buurvrouw voor wat verse roddels uit het dorp. Staat toch altijd goed hè, als je een beetje kunt meepraten.
Overigens is de moeder van Rijnmeerman er vanavond ook. Zij is altijd op de hoogte van de laatste doden en doodzieken. Mooi. Dan hebben ze genoeg te praten.

Blijft er voor mij tijd over. Tijd om te luisteren naar nieuwe verhalen in mijn hoofd.













maandag 18 juni 2012

Kus

Water streelt
rimpels
in het zand.
Bellen geblazen.
Kus.
Soms zijn geen woorden
nodig.
Stil is ook fijn.

Twee handen

In de storm
een uitgestoken hand
leidt mij
naar rustig water

Mijn hand
in jouw hand
verbonden kracht
verdubbeld

Maanlicht schijnt
liefde vloeit
samen met
twee handen



vrijdag 15 juni 2012

De stoel

Elke dag kom ik er voorbij. Samen met onze twee beagles.
Toen ik hier net woonde, had ik het nog niet in de gaten.
Tot die dag. Er zwaaide iemand. Naar mij? Ik keek achter me. Leeg. Ja, naar mij.
Sindsdien zwaaiden we elke dag naar elkaar.
Zij, achter het raam in haar stoel. Ik, voorbijwandelend met mijn honden.
Elke keer weer. Enthousiaste begroeting.
Ik ging er op rekenen. Dat zij er zat. Lieve mevrouw in onze straat.
Een paar maanden geleden was haar stoel ineens onbezet.
Mijn lieve mevrouw is er niet meer.
Haar stoel is leeg. Voor altijd.
Ongemerkt kijk ik nog steeds. Elke dag.
En zwaai in gedachten. Dag, lieve mevrouw.








donderdag 14 juni 2012

Stilte 2

ritselen van schoenen in het gras
snuffelende beagleneuzen
rijnaker in de verte
ik laat een scheet
en huppel verder





(omdat ik ook wel 'ns niet serieus ben....)

Stilte 1

ritselen van schoenen in het gras
snuffelende beagleneuzen
rijnaker in de verte
bij zoemt
gefluisterde stilte

Hij

Een mooi hart. Een groot hart.
We passen er in. Ieder een eigen plek.
Mijn mooie man.
Ik hou van jou.






woensdag 13 juni 2012

Verborgen hart

Wij wonen in een oud huis. Een huis met verhalen.
Ooit wel 'ns wat opgeknapt. Nog genoeg te doen.
Wij houden ervan. De imperfectie.
Geleefd en doorleefd. Jaren versleten.

Ik kwam er voorbij. Zoals zo vaak. Trap op. Trap af.
Mijn oog viel er op. Zomaar.
Ingekerfd. Niet door ons. Of...zou het...?
Verborgen hart.
Mag nooit verdwijnen.




Patroon

patroon
geschreven in het zand
water en wind
herhaling
kleine zandkorrels
weggespoeld
doorbroken patroon





Vergankelijkheid

verbonden
met een hart van goud

Rozegeur en zonneschijn

gebroken tak
bloem in knop
wacht
op het juiste moment




Kwetsbaar

kwetsbaar
bijna doorschijnend mooi
bloeiend
voor even
en altijd
blijft
eeuwige liefde


maandag 11 juni 2012

Wolkenvelden

Struintochten.
In het veld. Wolken kijken.
Wolkenvelden.







Kaarsjes

Overal op de wereld zijn ze te vinden.
Mijn kaarsjes.
Onderweg van hier naar nergens steek ik een kaarsje aan.
Honderden zijn het er al.
Ik volg een eeuwenoud ritueel.
Iedere kaars heeft een andere betekenis.
Wensen van liefde, hoop, kracht.
Ik en de ander.
Mijn vlam brandt voor jou.
Fijn dat die van jou voor mij brandt.






zondag 10 juni 2012

Knopje

Als kind wist ik het al.
Dat ik het niet fijn vond met veel mensen en lawaai om me heen.
Dan trok ik mezelf het liefst terug.
Ik voel, zie, hoor, ruik en proef veel. Intens.
In een situatie met veel mensen pik ik alles op. Ik kan er niet níets mee doen.
Ook dat wat er niet gezegd wordt, voel ik.
Focussen op één gesprek vind ik lastig. Er gebeurt teveel om me heen en in mij.
Ik kan een ruimte binnenkomen en letterlijk de sfeer en spanning voelen.
Ik word er moe van. Wat jullie voelen, voel ik ook.
Ik kan me prima staande houden. Waarschijnlijk heeft niemand het ooit gemerkt.
Ik neem over. Emoties en stemmingen. Ik kan me er niet voor afsluiten.
Ook de mooie dingen neem ik mee. Die zou ik niet willen missen.
Tegenwoordig hebben ze er een naam voor, maar ik geloof niet in stempels.
Ik geloof in mezelf. In alles wat bij mij hoort.
Ik hoop het ooit nog eens te vinden.
Het knopje om jullie aan en uit te zetten.









vrijdag 8 juni 2012

Gedachtesprong

mijn gedachten huppelen
van steen naar steen
maken cirkels op het water
zonder doel
gedachtesprong
zonder einde








dinsdag 5 juni 2012

Pad naar de wolken


Aan het einde van mijn straat ligt het pad naar de wolken. Ik loop het elke dag.....



Onverwacht verlangen

Plotseling overvalt mij een onverwacht verlangen
naar de toekomst.
De streep - gezet onder onbeantwoorde vragen -
geeft vrijheid.
Onzekerheid maakt plaats voor ruimte. Ruimte voor niet weten.

Het raadsel blijft nog even. Voor jullie. Ook voor mij.
De eerste stap wordt binnenkort gezet. Later meer.










Thuis

Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.

Een weiland, vergeten
langs dijk en water,
iemand buigt tussen jou
en een feest - op zoek
naar de wijn, een gezicht
wordt zijn eerste woorden,
wat geschreven werd voor jou
door een nooit gevoelde hand.

Alsof je dit al kende
voor je het zag. Er geweest was
voor je er zou komen.

Zo thuis




(gebaseerd op Thuis van Kees Spiering)




zondag 3 juni 2012

Jij en Ik

Het is geen wedstrijd. Jij of Ik.
Vanaf het begin worden we met elkaar vergeleken.
Dat ik op je lijk. Dat we dezelfde talenten hebben.
Misschien is dat zo. Misschien ook helemaal niet.
Twee heel verschillende vrouwen.
Ik neem jouw plaats niet in.
Dat kan ik niet. Dat wil ik niet. Zo is het niet.
Ik ben ik. Jij was jij.
Het is geen keuze. Jij of Ik.
Wij staan naast elkaar. Voor altijd. Samen met.
Jij en Ik.



Rust

De fijnste dagen zijn de dagen waarop niets moet.
Een dag als vandaag. Rust in huis. Geluid van twee slapende beagles.
Rommelen, lezen, schrijven.
Beregend raam. Merel in de tuin. Mooi.
Twinkelende ogen naast mij. Opgaand in zichzelf.
Stralende rust.
Daalt neer.
Op mij.