maandag 23 juli 2012

Plezier voor twee

Dagelijks doorkruist hij alle straten, lopend en alleen. Veel zegt hij niet en wat hij zegt is moeilijk te verstaan, maar hij ziet en hoort alles in het dorp. Zijn buurvrouw regelt de meest noodzakelijke dingen voor hem. Zijn geld beheert hij zelf. Zorgvuldig wordt alles wat hij kan missen in een potje gestopt. Regelmatig schudt hij het even om en is hij uren bezig met het tellen van het geld. Het potje verstopt hij goed, niemand weet waar hij het bewaart.

Eén keer per jaar wordt alles in een grote zak geschud en gaat hij op pad. Het is weer kermis in het dorp! Hier heeft hij het hele jaar op gewacht en alles voor opzij gezet.
Zodra de grote toeter klinkt en de kermis van start gaat, staat hij er al.
De botsauto’s.
De geblondeerde dame achter de kassa herkent hem direct: 'Hé, ben je er weer. Hoeveel muntjes wil je kopen?'. Hij begint met twintig. De kermis duurt immers een paar dagen en hij wil niet alles meteen opmaken. Hij tuurt tot hij zijn auto ontdekt. Zíjn auto ja, hij wil altijd hetzelfde rode karretje met de blauwe lampen. Liefkozend streelt hij de lak. 'Gemist', prevelt hij. Hij stapt in en stopt zijn muntje in de gleuf. Een minuut lang houdt hij zijn hand op de claxon, dat is zijn begroeting voor zijn lieve, trouwe auto.
Vervolgens geeft hij gas en rijdt hij een rondje en nog een rondje en nog één en nog één. Behendig ontwijkt hij de andere auto's, hij wil niet dat zijn auto deuken oploopt. De hele zaterdag blijft hij zitten. Uitstappen wil hij niet, voor je het weet heeft een ander ‘m ingepikt.

Op zondag loopt hij eerst een rondje over de kermis. Hij kijkt naar de mensen om zich heen, maar maakt met niemand een praatje. Bij het café is het al druk. Ze zijn dit jaar vroeg begonnen met drinken. Lawaaierig staan de mensen te lallen op het terras. Hij ziet zijn buurman, stomdronken, zijn armen om de schouders van twee vreemde vrouwen geslagen. Zijn buurvrouw ziet hij nergens. Buurman kust beide vrouwen vol op de mond en roept met dikke tong: 'Kiek dan, daar hebben we onze dorpsgek, die gaat weer botsen zeker. Nou, ik ook hoor'. Voordat hij nog meer kan zeggen, valt hij voorover op straat. De twee vrouwen proberen hem omhoog te sjorren, maar geven het al snel op en laten hem liggen. Iemand roept de naam van de buurvrouw, maar die is al lang naar huis.

Hij wandelt verder op weg naar zijn rode botsauto met de blauwe lampen en telt de munten in zijn zak. Hij kan nog een paar dagen botsen.
Alleen. Met plezier voor twee.



4 opmerkingen: