Elke dag maak
ik een wandeling met onze twee beagles. Soms lang, soms kort, maar altijd de
natuur in. Als ik onze straat uit loop, sta ik al op de Rijndijk. Meestal zijn
we niet de enigen die daar vertoeven. Na een paar honderd meter ben ik de
meesten echter al uit het oog verloren. Die komen niet verder dan het terras en
het veerpontje.
Ook vandaag
loop ik richting de Rijn. Ik kijk opzij en met een ruk nog een keer. De eerste
blik klopte. Een oudere mevrouw met steunkousen in bloemetjesjurk.
Voorovergebogen ijverig bezig met het uitsteken van het onkruid tussen de
tegels. Haar kont richting straatkant. De jurk is ietwat kort. Ik kijk zo tegen
haar Tena Lady aan. Ik giebel, slik en maan de honden om snel verder te lopen.
Ik loop de
dijk op en kom bij het terras. Een echtpaar, stilzwijgend en stuurs kijkend. Ze
zijn een dagje uit. Gezellig. Hij tikt met zijn voet, witte sok in sandaal, mee
op de maat in zijn hoofd. Plotseling staat hij op om verder te kunnen rijden
met de fiets. Staand drinkt zij snel haar kopje leeg, zij wil hem niet kwijtraken.
Opvallend
veel unisex vandaag. Man en vrouw. Dezelfde jassen, tassen en fiets.
Die van de
vrouw is hoog bepakt met alles wat onderweg heel misschien nog eens een keer
nodig zou kunnen zijn. Beiden met helm op, Duitsers dus. Die van haar is iets
te groot. Hij zakt naar voren, tot tegen haar bril. Het ziet er niet zo
charmant uit, maar dat maakt niet uit. Haar man kijkt zo te zien al jaren niet
meer naar haar om.
Twee groepjes
met ouderen. Man aan man, vrouw aan vrouw, zo fietsen ze. Mannen voorop en de
vrouwen slingerend erachter aan, omdat ze het te druk hebben met kletsen. Bij
de grens met Duitsland botsen ze bijna tegen het hek. Verontwaardigd roepen ze
naar de mannen. Hadden die niet even kunnen waarschuwen? De mannen kijken niet
op of om. Alsof het gezeur hen niet meer deert. Ze zijn er immuun voor
geworden.
Ik loop
verder, Duitsland in. Juist als ik het weiland in wil duiken, komt een grote
groep mij tegemoet. Een man met baard fietst voorop, hij heeft overduidelijk de
leiding. Een groep jongemannen met verstandelijke beperking volgt. De meesten
uiterst serieus en geconcentreerd om goed te kunnen volgen. Midden in de groep
een tandem. De jongen achterop zwabbert zijn benen wijd uit. Hij
fietst niet mee. Zijn vrolijke blik verraad alles. Zodra hij mij ziet, legt hij
zijn vinger op zijn lippen. “Sssssstttt”. Ik zal hem niet verraden. Laat hem
maar lekker flierefluiten achterop.
De dijk af,
naar beneden. Weg van de mensen. Een glimlach om mijn mond. Elke wandeling is
anders, ik hou van dit gebied. Daarna weer snel naar huis. Want daar wacht het
mooiste van de Rijn. Mijn liefde.