woensdag 20 juni 2012

Feestje in mijn hoofd

Ik ben geen feestjesmens. Niet van mezelf en niet van een ander.
Een heleboel mensen bij elkaar die allemaal praten over weinig of niets.
Intussen krijg ik veel signalen binnen. Geluid, geuren, gebaren, (rare) kledingstukken en kapsels, meubelstukken, emoties, stemmingen en nog veel meer. Een overdosis aan prikkels en te weinig tijd om alles te verwerken. Stuiterend en doodmoe na afloop. Dat ben ik.

Vaak vind ik de inhoud van de gesprekken niet boeiend. Ik kom dan niet verder dan een quasi luisterend oor met af en toe een ja en nee terug. Des te meer vermaak ik mezelf met het kijken naar alles wat er om me heen gebeurt. Fantastische verhalen ontstaan in mijn hoofd.

Zoals het verjaardagsfeestje waar we vanavond naar toe moeten. Een ouwe tante van Rijnmeerman. Ze lijkt een beetje op Hyacinth Bucket. Je weet wel, die dame uit 'Schone Schijn'. Maar dan de dunne versie. Haar man lijkt een beetje op die man van Hyacinth. Zo volgzaam. Maar dan de kleine versie.

Ze doet alsof ze in een landhuis woont, met pony en Mercedes. Een rijtjeshuis is realiteit.
Waar ik vooral naar uitkijk is de inrichting van de huiskamer. Ik raak niet uitgekeken. Volgestouwd met beeldjes, frutsels en schilderijen. Ik zit elk jaar weer met open mond te kijken. Rijnmeerman stopt er af en toe een blokje kaas in. Dan valt het niet zo op.

Ze heeft ook opgezette versies van haar man in haar tuintje.
Vorig jaar begon ik in het tuintje te praten. Rijnmeerman keek me verbaasd aan. Ik dacht toch echt dat ik tegen haar man praatte. Bleek het een tuinkabouter te zijn. Hij kan er zo tussen gaan staan. Geen verschil. Oom Kabouter.

Hij kan overigens wel praten, kabouterman. Alleen zeeeeeeeer traaaaaaag. Ik kan hem nauwelijks volgen. Mis hele stukken van het gesprek. Omdat ik dan telkens even in slaap sukkel. Moeiteloos pik ik de draad weer op met een aha, echt waar.

Het jaarlijks terugkerende vraagstuk is nog het ergst. Wat koop ik voor die ouwe taart. Ik was al op zoek gegaan naar een kabouter die er net zo uitzag als haar man. Kwam ik met een kofferbak vol thuis. Ze lijken allemaal op hem. Dat was dus geen goed idee.
Eigenlijk zou ze het liefst een eigen paard willen hebben, maar dat past niet in haar tuintje. Een hobbelpaard misschien? Heeft kabouterman ook nog wat te hobbelen.

De visite die er zit is zo mogelijk nog erger. Allemaal ouwe taarten. Ik moet me vanavond voor het 4e jaar voorstellen. Ze zijn telkens weer vergeten hoe ik ook alweer heet. Of ze noemen me bij de verkeerde naam. In het verleden levend. Da's nog erger.

De culinaire capaciteiten van tante zijn uit de oudheid. Wat ze voorschotelt ook. Vorig jaar vroeg ik om thee. Ik denk dat ze het zakje van het jaar daarvoor had bewaard. Gelukkig eet ik bijna nooit taart, want vorig jaar brak Rijnmeerman zijn vorkje er op stuk.
Haar hapjes zijn ook zo heerlijk retro. Kaas, worst, uitjes en augurken. Met prikkers. Die heeft oom Kabouter denk ik de dag ervoor al gebruikt voor polsstokspringen.  
Omdat ik daarna de nare smaak moet wegspoelen en dat met de thee niet lukt, hang ik regelmatig met mijn hoofd even in de vijver. Een emmer. 
Er zaten geen goudvissen in. Ik zag oom Kabouter onlangs nog met een hengeltje lopen. Of waren dat dan toch die prikkers?

Meestal maak ik vantevoren een lijstje met gespreksonderwerpen. Ik ben daar namelijk niet zo goed in. Onzinnige onzin. Misschien moet ik eerst nog even naar de buurvrouw voor wat verse roddels uit het dorp. Staat toch altijd goed hè, als je een beetje kunt meepraten.
Overigens is de moeder van Rijnmeerman er vanavond ook. Zij is altijd op de hoogte van de laatste doden en doodzieken. Mooi. Dan hebben ze genoeg te praten.

Blijft er voor mij tijd over. Tijd om te luisteren naar nieuwe verhalen in mijn hoofd.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten