Ongeloof, opluchting en verbijstering flitsen beurtelings door mijn hoofd. We besluiten in elk geval naar de begrafenis of crematie van mevrouw Pietersen te gaan, al is het maar om argwaan in de buurt te voorkomen. Hopelijk weet niemand van onze aanvaring met haar; we zitten niet op roddels te wachten. ‘s Avonds proberen we zo min mogelijk aan Luuk te laten merken. Een onrustige nacht volgt.
Als ik de
volgende ochtend boven kom, voel ik het onmiddellijk. Er is iets veranderd.
Treuzelend loop ik van kamer naar kamer. Ik probeer in eerste instantie de toekomstige
kamer van Luuk te vermijden, maar Charlie stuift er naar binnen en begint
oorverdovend te blaffen. Vanaf de drempel kijk ik de kamer in, maar er is niets
te zien. Ik loop verder naar de badkamer. Dit was het dus. Ik wist het wel. Er
hangt een briefje, midden op de gebarsten spiegel.
Pas op voor de hond.
Luister naar mij.
Ik huiver en
blijf roerloos staan. In de spiegel zie ik mijn lijkbleke gezicht en de donkere
kringen onder mijn ogen. De overvloed aan emoties van de afgelopen dagen heeft
mij geen goed gedaan. Het korte moment van opluchting is verdwenen. De
buurvrouw is dood. Het spookt nog steeds in ons huis. Ik ben geradbraakt en
voel me zelfs te futloos om nog te gillen. Een windvlaag komt binnen door het
open raam. Het briefje wappert triomfantelijk heen en weer. Met een venijnige
haal ruk ik het van de spiegel en ik gooi het verfrommelde propje papier via
het open raam naar buiten. Pijlsnel schiet de vraag door mijn hoofd: wie maakte
het raam open?
Ik vertik het
om nog langer met me te laten sollen. Mijn voetstappen beuken op de vloer als
ik de kamer van Luuk binnenstap. Charlie staat nog steeds voor de deur van de
inbouwkast te blaffen. Als ik de kastdeur open, gromt hij. Natuurlijk is er ook
dit keer weer niets te zien. Ik tast met beide handen over de wanden van de
kast, maar voel niets bijzonders. Zittend op mijn knieƫn klop ik op de vloer.
Niets. Ik kom kreunend overeind uit mijn ongemakkelijke houding en geef met
mijn vlakke hand een klap op de muur. Ik luister en sla nog een keer.
Een hol
geluid weerklinkt.
Systematisch
tikkend luister ik naar het geluid van de linker-, achter- en rechtermuur.
Rechts klinkt dof. Achter en links galmt hol. Ik besluit vlug naar beneden te
gaan om de sloophamer te halen, voordat Thomas terug is van de Praxis. Ik
bedenk later wel hoe ik hem dit ga uitleggen. Holderdebolder ren ik op en neer.
Terwijl ik
nadenkend voor de muur sta om te kijken waar ik de eerste klap neer zal laten
komen, zie ik ineens links achteraan een minuscule spleet. Peuterend probeer ik
met mijn vingers in de spleet te komen om deze te verwijden. Tevergeefs. Opnieuw
ren ik naar beneden, dit keer om een breekijzer te zoeken.
Charlie staat
kwispelend op mij te wachten als ik weer terugkom in de kamer, alsof hij zich
eindelijk serieus genomen voelt.
Het wrikken
met het breekijzer is zwaarder dan ik dacht. Na een paar minuten gutst het
zweet van mijn gezicht. Hijgend rust ik even uit, maar snel daarna beul ik
mezelf weer af. Een half uur zwoegen levert een spleet op die zich van boven
naar beneden uitstrekt. Ik duw. De achterwand van de inbouwkast wijkt. Ik
knipper met mijn ogen. Het is echt waar. Verbijsterd blijf ik staan.
Wordt vervolgd...
Geweldig. Ik hang aan je lippen.
BeantwoordenVerwijderenWoooohoooo! Spannend vrouw!
BeantwoordenVerwijderentoe schrijf door ik ben nu gespannen als een veer.TOE Toe
BeantwoordenVerwijderen