‘Ik kom toch
maar even kijken.’ Het hoofd van de buurvrouw verschijnt.
Een seconde schaam
ik me voor mijn paniekerige reactie, maar de schaamte slaat onmiddellijk om in
boosheid. Ik slik een harde vloek in. ‘Mevrouw Pietersen, ik schrik me dood.’Ze kijkt mij door haar dikke brillenglazen verbaasd aan. ‘Ik dacht dat jullie de voordeurbel niet zouden horen, dus ik heb mijn sleutel maar even meegenomen.’
‘Uw sleutel? Heeft u een sleutel van ons huis?’ De buurvrouw beantwoordt mijn verbouwereerde blik met een triomfantelijke lach. ‘Natuurlijk heb ik een sleutel. Daar zijn we toch buren voor? De slager vond het altijd een veilig idee.’
Ik mompel dat
dat toch echt niet de bedoeling is. De buurvrouw hoort me niet eens, ze stapt
al vanuit de hal de woonkamer in. Ik neem me voor om haar straks te
confronteren met de briefjes. Ik wil wel eens zien hoe ze gaat reageren. Zo
langzaamaan krijg ik het vermoeden dat het nieuwsgierige vrouwtje het doodgewoon
vindt om ons huis in en uit te wandelen. Strijdbaar loop ik achter haar aan en
werp Thomas, die haar inmiddels ook ontdekt heeft, een waarschuwende blik toe.
Het vinnige
vrouwtje kijkt misprijzend naar de al half gesloopte binnenmuur en loopt zonder
iets te vragen door naar de keuken. Stomverbaasd volgen Thomas en ik haar.
‘Bent u vaker
in het huis geweest sinds wij het gekocht hebben?’ Ik kijk haar doordringend
aan. Haar ogen flitsen behoedzaam heen en weer tussen Thomas en mij.‘Natuurlijk. De makelaar had mij gevraagd om een oogje in het zeil te houden, dus ik maak af en toe een rondje.’
‘En die
briefjes?’ Ik doe mijn best om nonchalant te klinken, maar een lichte trilling in
mijn stem verraadt me. Thomas kijkt me onderzoekend aan.
‘Briefjes?
Welke briefjes?’ Haar verbaasde blik lijkt oprecht, maar ik geloof haar niet.
Mijn intuïtie bedriegt me nooit. Het gegrom van Charlie bij haar aan de deur heeft
mij daarin bevestigd. Iets klopt er niet. Mijn brein draait overuren. In gedachten
laat ik al onze bezoeken aan het huis passeren. Ik zie iets over het hoofd. Ik
weet het zeker. Maar wat? Ergens zit het verborgen in mijn geheugen. Ik kan er
niet bij.
Kuchend
draait de buurvrouw zich om. Haar hoofd loopt rood aan. ‘Ik ga weer. Als het
minder stoffig is, kom ik weer eens kijken.’ Ze legt haar hand op de klink van
de achterdeur en duwt hem naar beneden. Op slot. Met mijn armen stijf over elkaar
kijk ik haar aan. Als ze weg wil via de voordeur zal ze Thomas en mij moeten
passeren. Thomas schuifelt afwezig met zijn voet over de vloer; hij weet nog
niets van het tweede briefje en de sleutel. Ik pak resoluut de sloophamer uit
zijn hand en zet hem met een klap naast mij neer. ‘Geef de sleutel maar aan mij.’
Mevrouw Pietersen kijkt me met samengeknepen ogen aan. De sleutel valt voor
mijn voeten op de tegelvloer. Zonder iets te zeggen glipt ze via de woonkamer
de hal in. De voordeur slaat met een klap achter haar dicht. Mijn rechterhand
klemt zich om de steel van de hamer.
Wordt vervolgd...
Oeps, de buurvrouw moet op haar tellen passen.
BeantwoordenVerwijderennou dat een aparte buurvrouw Brrr
BeantwoordenVerwijderenZie je, die Jenny is toch steviger dan we dachten.
BeantwoordenVerwijderen