Een smalle
ruimte. Donkere muren zonder ramen. Direct om de hoek zie ik een schakelaar.
Klik. Een kaal peertje verspreidt fel licht.
De kamer is
niet leeg.
Wanneer ik omzichtig
door het gat de kamer in stap, hoor ik de achterdeur. Thomas is terug. ‘Thomas,’
mijn stem slaat over. Ik hoor dat hij met twee treden tegelijk de trap op jaagt.
Met een verbaasde blik stapt hij de inbouwkast in en steekt zijn hoofd door de
ontstane opening in de achterwand. ‘We hebben een verborgen kamer in huis,’ breng
ik moeizaam uit.
Langzaam
schuifel ik verder. Thomas volgt. Ik voel de kou optrekken van de betonnen
vloer. Midden in de ruimte staat een ouderwetse badkuip op pootjes. Links in de
hoek, op de kale vloer, ligt een beschimmeld matras met een opgerolde deken. Ik
spied rond maar zie alleen nog wat blauwe vodden en krantensnippers.
De badkuip
trekt mij als een magneet de kamer in.
Als ik hem
van dichtbij bekijk, zie ik donkerrode vlekjes op de rand. Ik buig voorover en krab
met mijn nagel over een vlek. Rode schilfers verzamelen zich onder mijn
vingernagel. Ik verpulver de flinterdunne stukjes tussen mijn vingers. Verf?
Bloed? Ik durf geen conclusie te trekken. Wie woonde vroeger ook al weer in dit huis?
De slager? Ik weet bijna zeker dat de buurvrouw dat vertelde. Heeft de slager deze kamer gebruikt? Er was toch iets met die slager? Wat vertelde Harm van der Staak nou over hem? Ik herkauw de gesprekken van de afgelopen week en probeer orde te scheppen in de chaos in mijn hoofd. Ik heb honderden onbeantwoorde vragen, maar weet niet meer waar ik moet beginnen om de kluwen te ontwarren.
Het wordt tijd dat Thomas en ik samen alles op een rijtje zetten en bepalen wat we met deze situatie gaan doen.
Vanuit mijn
ooghoeken zie ik Charlie snuffelen aan het matras. Het voelt alsof ik in slow
motion verder loop naar de hoek van de kamer. Woont er nog steeds iemand in
deze kamer? Op het matras ligt een blauwe herenpyjama met een rood ruitpatroon.
Charlie springt naar voren, zet zijn scherpe tanden in de broekspijp en legt de
pyjamabroek voor mijn voeten. Weifelend pak ik de broek tussen duim en
wijsvinger vast en houdt hem omhoog om goed te kunnen bekijken. Een ijzige siddering
trekt door mijn lichaam.
Ik heb het niet goed gezien. Het is een blauwe pyjama,
maar zonder ruit. Vol afgrijzen laat ik hem uit mijn handen vallen. De pyjama
is bezaaid met bloederige strepen.
Wordt vervolgd...
Ik houd jullie even in spanning. Morgen geen vervolg...
BeantwoordenVerwijderenDat is niet eerlijk ....... ;o(
Verwijderenok ok brrr
BeantwoordenVerwijderenBrrr...
BeantwoordenVerwijderenMooi hoor!
Fijn dat je dat even zegt anders staan we hier morgen voor niets voor de enge deur.
BeantwoordenVerwijderenWeet je ik had even een Schaduw/Havank-gevoel. Spookslot aan de Loire, ken je dat boek?
Nee, dat boek ken ik niet. Zal ik binnenkort eens opzoeken of ik er iets over kan vinden....
Verwijderen